liedjes a-z

ALFABETISCHE INHOUDSOPGAVE

Agnus Dei
Ah, ben je daar
Ain boer wol noar zien noaber tou
Alleluja
Alleluja!
Alleluja, amen
Alleluja, de blijde toon
Allen die willen naar Island
Al onder de weg van Maldegem
Als de grote klokke luidt
Als de rombom heeft geslagen
Altijd vrolijk
Anne Marie
Begeertens lust baart altijd kwaad
Behartig toch het dictum
Bobbejaan klim die berg
Bona nox
Brio!
Cantate Domino, cantate
Christe, du biste
Christus is opgestanden
Daar boven uit het vensterke
Daar ging een meid om water uit
Daar gingen twee gespeelkens goed
Daar is een kindje geboren
Daar kwam ene boer van Zwitserland
Daar kwam een muis
Daar kwamen drie koningen
Daar nu het feest van Pasen is
Daar staat een klooster in Oostenrijk
Daar vaart een man op zee
Daar was een sneeuwwit vogeltje
Daar was e wuf die spon
Daar was laatst een meisje loos
Daar was lestmaal een kwezelken
Dankt nu God de Heer!
Dat scoonste kint
De boer had maar ene schoen
De boom die stond in 't aardrijk
De eerste vreugd
De goden der volken
De grote Sultan
De heidenen lachen
De jonge lente
De koekoek op de toren zat
De krepelaar
De minne die in mijn hartje leit
De priem, de secunde
De rechte baan
Des winters als het regent
De trekharmonica
De uil
De vrijheid
Die nachtegaal die zong een lied
Dieuwer is verliefd
Die voor de waarheid strijdt
Die winter is vergangen
Die winter is vergangen
Din, din, din
Do, do, kindje
Do do sol
Dona nobis pacem
Drie ganzen in 't haverstro
Drie schuintaboers
Dubbele Jan
Du bist der mensen hoop
Een enkel duivels wijf
Een kalamanden rok
Een kind geboren in Bethlehem
Een kleine engel
Een meisje van Scheveningen
Een oud mannetje wilde vrijen!
Een oud pastoor
Een puntje van een gauwe pen
Een vrolijck salich nieuwe liedt
Ego sum pauper
En als er ons kindeke braaf zal zijn
En daar zat ene uil en spon
En de boer die stond
En ik ben met mijn Catootje
En laat ons nu eens rondgaan
En 's-avonds
Ere zij God
Er is een kindetje geboren op d'aard
Er kwam een boer van Leuven
Er was een oorlogsschip
Fides est vita
Frisia non cantat
Gelukkig is het land
Gekwetst ben ik van binnen
Geldeloos, je doet me pijn
Gertji
Gildebroeders, maakt plezieren
Grote klokken zeggen tiktak
Ha, ha, ha!
Hansje heeft een jasje aan
Heer, geef mijn ogen
Heer, geef ons kracht!
Heer Halewijn
Heer, in Uwen toorn
Heer Jezus heeft een hofke
Helpt nu U zelf, zo helpt U God
Hemel en aarde
Herders, Hij is geboren
Het daget in den Oosten
Het komt een schip geladen
Het paard van de waard
Het regende zeer
Het viel eens hemels douwe
Het waren twee koningskinderen
Het was een kind
Het was een maged uitverkoren
Het was op ene avond laat
Het was op enen Maandag
Het windeke dat uit het Oosten waait
Het zou een jager
Het zou een meiske gaan halen wijn
Hier is onze fiere Pinksterblom
Hoe leit dit kindeke
Hoe rij die boere
Hoor nu toch eens
Hup een! Hup twee!
Hij leve lang
Ik ging er eens spanceren
Ik heb de groene straatjes
Ik kwam er lestmaal over bergen en dalen
Ik kwam lest over een berg
Ik voele mij gedrongen
Ik voer laatst over zee
Ik vraag je
Ik wil mij gaan vertroosten
Ik zeg adieu
In de hemel is ene dans
In dulci jubilo
In een huis
In Jesu name
In jouw bijzijn
In nomine Patris
In Oostland wil ik varen
In 't stalleke van Bethlehem
In 't stedetje van Nazareth
Ja, als je de draken
Jacob heeft een ladder
Jennemieke
Jeugdig volkje, ras, ras, ras
'k Groet U
'k Heb mijn wagen volgeladen
Kind'ren zwijgt, dan moogt ge
Klein, klein Jezuken
Kom mee naar buiten
Kom mee naar de zee
Kom toch en volg mij na
Komt en laat ons dansen
Komt nu en zingt
Komt ons in diepe nacht ter ore
Komt, vrienden, in het ronden
Kreeft canon 1
Kreeft canon 2
Kreeft canon 3
Kreeft canon 4
Lachend tooit de lente
Lestmaal op ene zomerse dag
Mamma, 'k wil een man hê!
Mane, sterren, nachtplaneten
Maria die zoude naar Bethlehem gaan
Maria heeft het Boek
Maria nam in korter stond
Meiseke jong
Merk toch hoe sterk
Metronoom-canon
Mien mouder dij wol mi geven
Mietje Wantj' is altijd ziek
Miserere
Mitte Confitte
Mocht ik met een lied
Moeke, doar staait 'n vrijer
Molenaartjes wind is Zuidenwind
Mijn vader is een bakker
Naar Oostland willen wij rijden
Neen, muziek van Cherubini
Neen, neen, ik zeg niets
Non nobis, Domine
Nu laat ons allen vrolijk zijn
Nu zijt wellekome (canon)
Nu zijt wellekome
O Heer, die daar
O Heer, Gij zijt mijn God en Here
O Kerstnacht
Oh moeder, de vink is dood!
O Nederland, let op uw zaak
Ons genaket die avondstar
Ons is een kind geboren
Ons is geboren een kindekijn
Ons is geboren een uitverkoren
Ons Vader, God geprezen
Ontwaak, ontwaak!
Op enen Kerstnacht
Op, slapers, wordt toch wakker!
Over het water
O wilde en onvervalste pracht
Pater noster
Psallite Deo nostro
Rara sunt pretiosa
Rijk God
Rij maar an
Rijmen gaat zo goed!
Sanctus
Sannie Brandt
Sarie Marais
Schoon boven alle schone
Schoon jonkvrouw, ik moet u klagen
Schoon lief hoe ligt gij hier
Schoon lief, wilt gij met mij rijden?
Schoon lieveke, waar waarde gij
Signor Abbate!
Sine Musica
Sint Jozef ging al treuren
Slaat op den trommele
Slaat op den trommele
Sliep scheren en messen
's Nachts rusten meest de dieren
's Nachts toen een blauw gestarde kleed
Springt op en toon je schoen
Sta op, mijn liefste
Stoelen te matten
Surrexit Christus
Suze Naanje
T'avond gaat ons feeste aan
Te Duinkerk gaat het al verkeerd
Te Kieldrecht
't Is stille
Toen den hertog Jan kwam varen
Toen Hanselijn over de heide reed
't Ros Beijaard
't Was op een Witten Donderdag
't Was op ene Driekoningenavond
't Wil zomer zijn!
Ubi sunt gaudia?
Uit Uw hemel
Vanitas vanitatum
Van minne ben ik dus gewond
Van waar komt ons de koele wijn?
Verheugt u!
Vier weverkens
Viva la Musica (Praetorius)
Viva la Musica (Schouten)
Vriend . . . . is een brave man
Vrolijk, herders
Vrolijk springen wij
Waar dat men zich al keert
Waarom moet de haan
Waar staat jouw vaders huis
Wanneer kom ons troudag
Wat doet gij al in 't groene veld
Wat voor vijand durft ons naken
Wat zetten z'Onzen Lieven Heer
Wat zullen onze patriotjes eten
Wech op! Wech op!
Wel Anne Marieke
Wie dat zich zelfs verheft
Wie was diegene die de loverkens brak
Wie wil er mee naar Wieringen varen
Wilhelmus van Nassouwe
Wilhelmus van Nassouwe - oude melodie
Willen wij 't Haaske jagen
Wilt heden nu treden
Wittington
Wij komen alle drie uit vreemde landen
Wij komen van Oosten
Wij willen vanavond vrolijk zijn
Wij zijn al bijeen
Wij zijn gebroeders
IJdelheid der ijdelheden
Zalig hij
Zeg kwezelke, wilde gij dansen
Ziet, Ik ben bij u!
Zie de lente
Zingt een loflied
Zolang mensen bestaan
Zolang er mensen zijn op aarde
Zomer is 't in bos en velden
Zonder Ceres en zonder Bacchus
Zo vriendelijk
Zijt ootmoedig