Een kind geboren in Bethlehem,
Verblijdt U alle, Jeruzalem.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!
Toen Gabriël de engel kwam,
Die jonkvrouwe reine den Zone gewan.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!
Zij legde Hem in een kribbekijn,
Des eeuwigen Vaders Kindekijn.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!
Drie koningen kwamen uit Oostenland
En brachten dat Kindekijn offerand.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!
Zij gingen daar te samen in,
Zij groetten dat nieuwe Kindekijn.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!
Die engelen zongen toen ter tijd,
Die herderkens waren zeer verblijd.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!
Al met die engelen willen wij zingen
En laten onz' harten in vreugde springen.
Amor, amor, amor, amor!
Amor, quam dulcis est amor!