In ’t stalleke van Bethlehem

In ’t stalleke van Bethlehem
Is deze nacht geboren
De koning van Jerusalem,
Messias uitverkoren.
Hij leit in hooi, hij leit in strooi,
In doekjes klein gewonden,
O mens, om uwe zonden.

De eng’len zingen met jolijt:
"Den groten Heer der Heren
Zij glorie nu en t’allertijd:
Wilt zijne lof vermeren!
Komt, lieve mens, want uwe wens
Die is geheel volkomen:
Uw zond’ wordt weggenomen.

Gaat met de herders vlijtelijk
Dit kleine kind aanbidden
En zoek geen uitvlucht arm of rijk:
Ziet, God leit in een kribbe
Zeer armelijk, om’t hemelrijk
U eeuwiglijk te geven,
Daar gij altijd zult leven."