Wilt heden nu treden

Wilt heden nu treden voor God den Here,
Hem bovenal loven van harten zeer,
En maken groot zijns lieven namens ere,
Die daar nu onzen vijand slaat terneer.

Ter eren ons Heren wilt al uw dagen
Dit wonder bijzonder gedenken toch;
Maakt u, o mens, voor God steeds wel te dragen,
Doet ieder recht en wacht u voor bedrog.

Bid, waket en maket, dat g'in bekoring
En 't kwade met schade toch niet en valt.
Uw vroomheid brengt de vijand tot verstoring,
Al waar zijn rijk nog eens zo sterk bewald.