"Anne Marie, waar ga je naar toe?
Anne Marie, waar ga je naar toe?"
"'k Ga naar de kaaie om netten te naaien."
Hoepsasa falala, Anne Marie!
"Anne Marie, hebt gij er geen man?
Anne Marie, hebt gij er geen man?"
"Heb ik geen man, ik krijge geen slagen."
Hoepsasa falala, Anne Marie!
"Anne Marie, hebt gij er geen kind?
Anne Marie, hebt gij er geen kind?"
"Heb ik geen kind, ik moete niet zorgen!"
Hoepsasa falala, Anne Marie!