Wie wil er mee naar Wieringen varen

Wie wil er mee naar Wieringen varen,
‘s Morgens vroeg al in de dauw?
Met een mooi meisje van achttien jaren,
Dat zo graag naar Wieringen wou?
Schipper, ik hoor de hanen kraaien,
Schipper, ik zie de vlaggetjes waaien.
Stuurman, laat je roer maar gaan,
Dan zullen we spoedig op Wieringen staan!