Daar was een sneeuwwit vogeltje,
Daar was een sneeuwwit vogeltje
Al op een stekendorentje, Dindondeine,
Al op een stekendorentje. Dindondon!
"Och nachtegaal, klein vogelkijn,
Och nachtegaal, klein vogelkijn,
Wou jij daar mijne bode zijn? Dindondeine,
Wou jij daar mijne bode zijn?" Dindondon!
"Hoe zou ik uwe bode zijn,
Hoe zou ik uwe bode zijn?
Ik ben zo kleine vogelkijn! Dindondeine,
Ik ben zo kleine vogelkijn!" Dindondon!
"Al zijt gij klein, gij vliegt zo snel,
Al zijt gij klein, gij vliegt zo snel:
Gij voert daar mijne boodschap wel. Dindondeine,
Gij voert daar mijne boodschap wel!" Dindondon!
Hij nam de brief in zijne mond,
Hij nam de brief in zijne mond,
Hij voerde't over't groene woud. Dindondeine,
Hij voerde't over't groene woud! Dindondon!
Hij gaf dat venster ene stoot,
Hij gaf dat venster ene stoot:
"Slaapt gij, mijn lief, of zijt gij dood, Dindondeine,
Slaapt gij, mijn lief, of zijt gij dood?" Dindondon!
"Ik ben niet dood, mijn lief is daar!
Ik ben niet dood, mijn lief is daar!
Ik ben getrouwd een hallef jaar! Dindondeine,
Ik ben getrouwd een hallef jaar!" Dindondon!
"Zijt gij getrouwd al een half jaar,
Zijt gij getrouwd al een half jaar?
Het dochte mij wel duizend jaar! Dindondeine,
Het dochte mij wel duizend jaar!" Dindondon!