Maria nam in korter stond

Maria nam in korter stond
Haar lief kind op hare schoot.
Zij legde het aan haar borstkens rond,
Die zij het minnelijk bood.
Zij kuste hem aan zijn mondeken rood
En zeide: ‘Wellekom, wellekom, zone mijn!’
Des zingen wij nu, klein ende groot:
‘Gebenedijd moeten zij beiden zijn’.