Van waar komt ons de koele wijn?

Van waar komt ons de koele wijn,
En vanwaar komt ons de koele wijn?
En van waar dom daar,
En van waar komt ons de koele wijn?

Hij komt van Keulen aan de Rijn,
Hij komt van Keulen aan de Rijn!
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
Hij komt van Keulen aan de Rijn!

Hoe komt die meid al aan de wijn,
Hoe komt die meid al aan de wijn?
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
Hoe komt die meid al aan de wijn?

Die vrouw die geeft die meid dat geld,
Die vrouw die geeft die meid dat geld!
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
Die vrouw die geeft die meid dat geld!

Hoe komt die vrouw al aan dat geld,
Hoe komt die vrouw al aan dat geld?
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
En dat geld en de vrouw,
Hoe komt die vrouw al aan dat geld?

Die man die geeft die vrouw dat geld,
Die man die geeft die vrouw dat geld!
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
En dat geld en de vrouw,
En de vrouw en de man,
Die man die geeft die vrouw dat geld!

Hoe komt die man al aan dat geld,
Hoe komt die man al aan dat geld?
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
En dat geld en de vrouw,
En de vrouw en de man,
En de man en dat geld,
Hoe komt die man al aan dat geld?

De boer die geeft de man dat geld,
De boer die geeft de man dat geld!
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
En dat geld en de vrouw,
En de vrouw en de man,
En de man en dat geld,
En dat geld en de boer,
De boer die geeft de man dat geld!

Hoe komt die boer al aan dat geld,
Hoe komt die boer al aan dat geld?
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
En dat geld en de vrouw,
En de vrouw en de man,
En de man en dat geld,
En dat geld en de boer,
En van waar dom daar,
Hoe komt die boer al aan dat geld?

De boer die zaait en maait dat veld,
En van daar zo krijgt die boer dat geld!
En van waar dom daar,
En de Rijn en de wijn,
En de wijn en de meid,
En de meid en dat geld,
En dat geld en de vrouw,
En de vrouw en de man,
En de man en dat geld,
En dat geld en de boer,
En van waar dom daar,
En van daar dom daar,
En van daar zo krijgt die boer dat geld!