Mijn vader is een bakker

Mijn vader is een bakker,
een bakkers zoon ben ik,
Mijn vader bakt de broodjes,
en de bollen die bak ik!
Hij zet zijn muts op zij,
hij slaat een oog op mij:
"Ga je mee, ga je mee,
ga je mee met mij?"
"Neen!" zeide zij.