Schoon lief hoe ligt gij hier

Schoon lief, hoe ligt gij hier en slaapt
In uwen eersten drome?
Wilt opstaan en de mei ontvaân:
Hij staat hier alzo schone.

'k En zou voor gene mei opstaan,
Mijn venster niet ontsluiten!
Plant uwe mei, waar 't u gerei:
Plant uwe mei daar buiten.

Waar zou‘k hem planten of waar doen?
't Is al op 's heren straten:
Die winternacht is koud en lang:
Hij zou zijn bloeien laten.

Schoon lief, laat hij zijn bloeien staan,
Wij zullen hem begraven
Op 't kerkhof bij de eglantier:
Zijn graf zal rooskens dragen.

Schoon lief, en om die rozekens
Zal 't nachtegaalke springen
En voor ons bei in elke Mei
Zijn zoete liedekens zingen.